JEUGDIGE BLAUW-WITTEN PROFITEREN VAN GEWELDIGE TRAINERSCARRIERE GILBERT DE WILDT
Met zestiger Gilbert de Wildt heeft VDL een meer dan ervaren coach in huis gehaald. Een ongewone aanstelling best wel, want De Wildt trainde altijd op het hoogste niveau. Aan Waterwegsport vertelt de voormalige horecabaas, die in de hele Rijnmond bekend is als voetbaltrainer, wat hem bewoon om naar de grote familieclub VDL te gaan.
Aan het eind van het interview komt Gilbert de Wildt, zonder dat hij grappig wil zijn, met de mooiste anekdote. Als piepjonge voetbaltrainer kruiste zijn pad ooit dat van Leo Beenhakker en dat zorgde er mede voor dat De Wildt een geweldige trainerscarrière tegemoet ging.
Met zijn eerste club VVOH was de destijds 28-jarige oefenmeester op trainingskamp in het Brabantse Bosschenhoofd. Hij had er een veld gehuurd bij de lokale amateurclub, maar datzelfde had Leo Beenhakker met zijn Spaanse club Real Zaragoza gedaan.
,,Dus ik loop dat veld op en zie Beenhakker met zijn elftal ook het veld opgaan. En Zaragoza had in die tijd een topploeg, hè. Die hadden een voorhoede met Valdona van Argentinië, die later directeur zou worden bij Real Madrid, met Amarilla van Paraguay. Gewoon wereldsterren.’’
,,Dus Beenhakker zegt tegen mij: ‘Wat gaan we doen, vriend?’
Waarop ik antwoordde: ‘Lekker trainen. Wij hebben dit veld gehuurd.’
Beenhakker keek me aan en zei: ‘Ja, ik ook met deze mannen’.
Ik moest een oplossing bedenken en zei tegen Beenhakker: ‘Joh, we zijn toch Rotterdammers onder elkaar, pakken we allebei een half veld…’ Wat denk je? Die Beenhakker vond het goed!’
'GROTE COACH'
De Wildt vond het geweldig dat zo’n grote coach zich zo opstelde en sprak daarna nog langer de man die net Ajax jaren had getraind en later ook Real Madrid naast tal van andere clubs nog onder zijn hoede zou krijgen. ,,Ik hield contact met Beenhakker en mocht voor mijn volgende trainerscursus drie weken stage bij hem komen lopen in Spanje. Dat waren geweldige weken. Ik kan nu wel vertellen dat ik in die periode ook ’s avonds nog op stap ben geweest met Valdano.’’
Maar het waren vooral de ‘uitzonderlijk goede’ trainingen van Beenhakker die De Wildt verslond. ,,Hij was zijn tijd vooruit. Hij deed zoveel oefenvormen met overtallen, 5 tegen 7, aansluiten, echt alles. Beenhakker is echt een grote inspiratie voor mij geweest. Zoals Rob Jacobs dat op een andere manier later op de trainerscursus als docent ook was.’’
Zo inspirerend dat hij zijn hele leven verslaafd is gebleven aan het trainersvak en de zeer jeugdige selectie van VDL nu nog mag genieten van al zijn ervaringen en voetbalwijsheden. De Wildt begrijpt dat hij een opmerkelijke keuze heeft gemaakt door na zoveel topamateurclubs voor de grote familievereniging VDL te gaan.
,,Er wordt hier niemand betaald, de jongens betalen zelf contributie, komen veelal uit de eigen jeugd en de hele staf bestaat uit echte vrijwilligers die er al jaren zijn voor de jongens. Ik kan nu al zeggen dat ik het geweldige mensen vind. Joh, ik heb alles meegemaakt, kampioenschappen, promoties, clubs met veel kwaliteit in het eerste elftal, maar een vereniging als VDL vind ik ook prachtig.’’
'HARTSTIKKE LEUKE PLOEG'
,,En geloof me, al die jonge jongens gaan beter worden en VDL heeft straks een hartstikke leuke ploeg. Het tweede elftal heeft ook allemaal eigen jeugd, waar de sfeer goed is en ook goeie mensen de jongens begeleiden.’’
Hij wenst zich ook niet te verschuilen achter de jeugd. De Wildt zegt voor het ‘allerhoogste’ te gaan. ,,Natuurlijk durf ik dat uit te spreken. Ik heb alle oefenduels gezien. Ik heb frisse jongens voorin staan, we gaan aanvallend voetbal spelen en als we een periode pakken doen we al mee om promotie. Daarnaast word ik blij als ik zie dat in de beker een jongen van 16, Reinder van Heijningen, al meedoet en twee keer scoort.’’
Wat hem opvalt is de mentaliteit van zijn spelers. ,,Het zijn allemaal winnaars. Ze hebben het vorig jaar moeilijk gehad, maar de spelvreugde komt terug, hoor. Ik zit bij een fantastische club en af en toe snap ik dat ik bij een echte amateurclub zit. Dan is er een keer geen grensrechter en moet een speler vlaggen. Improviseren heet dat en daar moet ik niet moeilijk over doen. Iedereen doet hier zijn best.’’