Edwin Kok en Maurice van der Kraan bekleden in het nieuwe seizoen een andere rol binnen de jeugdafdeling van VDL. Ze trainen niet langer zelf een groep, maar gaan alle trainers en coaches adviseren en ondersteunen. Aan zulke ervaren krachten hadden we al een lange periode sterk behoefte. VDL is trots dat beide mannen naar voren zijn getreden.
Tegen de vele trainers en coaches bij de jeugd zeggen we dan ook: heb je een vraag, een probleem of wil je een gesprek over zaken bij je team, stap op hen af! Maar ze zullen ook jou weten te vinden.
Om een beetje beter kennis te maken, stellen we ze aan u voor op deze plek.
Naam: Edwin Kok (46)
Gezin: ,,Getrouwd met Nina en vader van 2 kinderen. Britt (15) en Tijn (12).’’
Naam: Maurice van der Kraan (48)
Gezin: getrouwd met Astrid en hebben 1 zoon Sil (bijna 18) volgens Astrid heeft ze 2 kinderen ook nog 1 van 48…’’
Spelen er kinderen bij VDL?
Edwin: ,,Ja, Tijn speelt al vanaf de kiddiez bij VDL.’’
Maurice: Ja Sil, sinds zijn 5e jaar
Hoe ben je ooit bij VDL terecht gekomen?
Edwin: Op 5 jarige leeftijd gaf Tijn aan dat hij wilde voetballen. (In de tuin was inmiddels alles al kapot geschopt...) VDL was op dat moment de enige vereniging die op zaterdagochtend (kiddiez) training had. Toen onder leiding van Danny Groen. Hij heeft Tijn nog meer enthousiast gemaakt, waardoor zijn en onze keuze bij welke vereniging, hij wilde voetballen, snel gemaakt was.’’
Maurice: ,, In 1975 aan de hand van mijn vader die voetbalde zelf bij VDL en m’n broers speelden er ook.’’
Vertel eens iets over je eigen voetbalkunsten.
Edwin: ,,Ik heb zelf tot mijn 16de in verschillende teams gespeeld bij MSV’71. Ik heb daar ook enige jaren gekeept. Na mijn 16de besloot ik te stoppen met veldvoetbal en ben ik met vrienden gaan zaalvoetballen in ‘t Smitje. Zaalvoetballen doe ik nog steeds op zondagavond, maar dan gaat het meer om de 3de helft en niet om de sportieve prestaties...’’
Maurice: ,,Ik ben begonnen op m’n 5e tot m’n 18e (door een knieblessure gestopt) op m’n 22e weer begonnen tot mijn 25e in een zondag team (9e) met, in mijn ogen destijds, hele oude kerels! Doordat daar veel mensen stopten is het team uit elkaar gevallen en ben ik pas weer in 2002 via 7vs7 voetbal op een aantal donderdagavonden (3e helft was ik op m’n best) weer begonnen en ben toen ingestroomd in het 5e op zondag. Na een aantal seizoenen ben ik overgestapt naar de zaterdag en speel ik tot op heden in het 7e. Op zich op een vreemde positie, aangezien ik namelijk een neusje voor de goal heb, ik sta namelijk laatste man! Toch heb ik sinds ik in de senioren speel al met grote regelmaat het net gevonden. Ik heb op dit moment dan ook al 34 goals op mijn naam staan in 15 jaar tijd. Ik ben een kei in het passeren van de keeper! helaas zijn al die 34 goals bij mijn eigen keeper geweest….’’
Hoe lang ben je trainer geweest bij VDL?
Edwin: ,,Ik heb nu 5 seizoenen training gegeven of ben leider geweest. Ik ben begonnen bij de F2 en afgelopen seizoen geëindigd bij de JO15-1, als onafhankelijke trainer/coach. Ik heb heel veel plezier in het training geven. Ik vind het leuk om kinderen het spelletje voetbal te leren. En het is super om aan het eind van het seizoen te zien, hoe ze gegroeid zijn (en niet alleen in de lengte). Ik heb via de KNVB een trainerscursus gedaan, zodat ik nu leuke en aantrekkelijke trainingen kan geven en gericht bepaalde zaken kan verbeteren.
Maurice: ,,Ik heb er inmiddels 12 seizoenen op zitten. Ik heb vele teams getraind, maar de laatste jaren steeds E1. Ouders die hun eigen kind trainen snap ik als geen ander, het is namelijk verschrikkelijk leuk om zijn of haar niveau te zien groeien. Toch ben ik van mening dat het beter en leuker is voor een kind als de trainer een “vreemde” voor ze is. Als trainer-papa benader je je kind (althans ik) toch anders. Soms kritischer en soms weer iets makkelijker.
Plezier haal ik uit de voetbalontwikkeling van de kinderen. Die glimlach bij kinderen op het veld, dat is het allermooiste om te zien! Ik zeg wel eens, "hoe kan je zien of je als trainer het een beetje goed doet”? Aan de opkomst op de training. Als een kind plezier heeft tijdens z’n trainingen dan komen ze super graag en dan zullen ze niet snel zeggen als het regent, of als bijv. oma jarig is, “ik kom vandaag niet"
Wat doe je in het dagelijks leven?
Edwin: ,,In het dagelijkse leven werk ik bij het Facilitair Bedrijf Defensie als assistent hoofd ondersteunde diensten op de locatie Brasserskade in Den Haag. Een leuke afwisselende baan, waar elke dag wel iets aan de hand is.’’
Maurice: ,,Ik heb jarenlang gewerkt als adviseur en verkoper bij bedrijven in professionele foto en video apparatuur, met klanten in Nederland maar ook in Europa. Die branche groeit niet meer en juist in deze periode denk ik aan een heel nieuw terrein als adviseur of verkoper.’’
Wat wordt je nieuwe rol bij de vereniging en waarom is die rol nodig?
Edwin: ,,Ik ga samen met Maurice een ondersteunende rol vervullen bij de Technische commissie. Vooral afgelopen seizoen is mij erg opgevallen, dat er geen aanspreekpunt is, om feedback aan te vragen. Of iemand met wie je even kan sparren over de manier waarop je training geeft. Hoe je bepaalde tekortkomingen in een team kan verbeteren. En iemand waar je praktische zaken aan kan vragen. En dat geldt voor alle teams, dus niet alleen de selecties, maar juist de lagere teams!’’
Maurice: ,,Variërend van klankbord voor een trainer die al wat langer bij de club zit en wel eens met een andere trainer wil praten over oefenstof of wedstrijd, tot het helpen of ondersteunen van een trainer die nog niet zolang begonnen is met een oefeningen en als vraagbaak.
Wij gaan niet de discussie aan met ouders die vinden dat hun kind in een bepaald team zou moeten zitten. Wij zijn er met name voor de trainers. Op onze beurt kunnen wij weer terecht bij de TC, omdat die mensen zoveel voetbalknowhow in huis hebben.’’
Heb je nog tijd voor andere hobby’s en zo ja, wat zijn die hobby’s?
Edwin: ,,Naast het voetbal is er weinig tijd of energie over voor andere hobby’s. Maar ik kijk graag naar handbal (Britt speelt al vele jaren handbal en het is een superleuke sport om te kijken). Naast het voetbal, vind ik Formule 1 de gaafste sport, die er is. Ik volg het al meer dan 25 jaar. Daarnaast speel ik graag poker met vrienden en is eten koken (voor gezin of vrienden) een hobby.’’
Maurice: ,,Ik ben mokergek van skiën! Ik vind ’t heerlijk om over de pistes te knallen en een gezellig biertje te doen. Apres ski muziek mag ik dan ook het hele jaar horen, heerlijk! Sinds vorig jaar hebben we een bootje in de vliet liggen en ook daar vermaak ik me prima op om gezellig te varen door de vlietlanden en natuurlijk af en toe bij een terrasje te stoppen….’’
Wat zou je graag bij VDL in de jeugd willen realiseren (met je nieuwe rol of anders) ?
Edwin: ,,Ik zou graag willen, dat we binnen een paar seizoenen voor elkaar hebben, dat we trainers hebben bij alle teams, die de kwaliteiten van de kinderen zo kunnen aanwenden, dat een ieder op zijn plek is in het team, waarin ze zitten. En het zou mooi meegenomen zijn, dat we daarmee ook het niveau, waarop de teams spelen omhoog krijgen.’’
Maurice: ,, Dan hoop ik dat we door goede maar vooral enthousiaste trainers kinderen hun plafond kunnen laten bereiken. Voor de een zal dat ooit het eerste zijn en voor een ander bijv. C3. En zolang ze plezier hebben in het spelletje hoop ik dat ze behouden blijven voor VDL en ook zij ooit een rol krijgen in de vereniging. Gelukkig zien we dat al ontstaan bij D, C, B en A spelers in de vorm van hulp bij toernooien, wedstrijden fluiten van jongere jeugd en trainingen te geven.’’
Is het moeilijk om het iedereen naar de zin te maken als er zoveel elftallen zijn tegenwoordig? (en zo ja, hoe kunnen jullie daaraan bijdragen?)
Edwin: ,,Het iedereen naar de zin maken, heeft maar gedeeltelijk te maken met de hoeveelheid teams, die er zijn. Het heeft voornamelijk te maken met de verwachtingen, die ouders hebben van of voor hun kinderen. Ik hoop dat ik in deze nieuwe rol, trainers kan helpen om deze verwachtingen in goede banen te leiden, zodat alle kinderen met veel plezier komen voetballen.’’
Maurice: ,,Alles valt en staat met kader rondom teams en de ene persoon vult dat misschien beter in dan een ander. Bij de, met alle respect lagere teams, is trainer zijn geen hogere wiskunde. Als je als trainer enthousiast bent dan heb je al de helft gewonnen. Kinderen willen “scoren” kijken waar ze goed in zijn net als op school. Het ene kind heeft meer “voetbalhersens” en een ander kind heeft een “wiskundeknobbel” of is goed in geschiedenis. Laat een kind een kind zijn. Ze accepteren dat het ene vriendje het goed doet op school en het andere misschien op een voetbalveld.
Maar met name ouders vinden het vaak erger wanneer een kind in een bepaald team (niet) komt, dan een kind zelf. Na 4 trainingen en 2 wedstrijden hebben ze vaak weer de grootste lol.
Misschien moet ik het niet op deze manier bekijken maar ze gaan uiteindelijk toch ook niet allemaal naar dezelfde middelbare school als ze 12 zijn? Terwijl op de lagere school zitten ze bij elkaar in de klas! Dan gaat er toch ook geen ouder naar een directeur van de HAVO, met de tekst van “waarom zit mijn zoon of dochter niet op deze school?” Door trainers en kinderen te helpen hopen wij een stukje aan hun ontwikkeling bij te dragen.’’